Week de djarpesi in ruim water en laat een nacht staan (bekijk helemaal onderaan tips voor een snellere weektijd). Ze moeten de volgende dag in grootte zijn verdubbeld.
Gooi het weekwater weg en spoel de djarpesi. Kook ze tot ze beetgaar zijn. Dit kan een uur duren. Ze moeten nog niet helemaal zacht zijn, want je kookt de djarpesi nog mee met de rijst.
Bak de ui en tomaat in wat olie.
Voeg als de ui glazig is en de tomaat zacht, de rijst en pesi toe met de kokosmelk of kokosolie.
Roer goed om en voeg dan ook het water toe (hoeveelheid water is afhankelijk van de hoeveelheid kokosmelk/kokosolie, hou in totaal 3 tot 4 cups vocht aan) en eventueel een peper.
Meng alles weer goed en laat de moksi alesi op middelhoog vuur koken met het deksel van de pan af.
Als het water bijna is verdampt, plaats je het deksel er weer op en laat je het nog 5-10 minuten koken tot de rijst gaar is.
Serveer de moksi alesi met gekookte of gebakken bakbanaan, groenten, zuur en tomaat en komkommer.