Week de krenten en rozijnen 30-60 minuten in heet water of rum en dep goed droog met wat keukenpapier. Wentel ze daarna in wat bloem.
Kneed van alle ingrediënten (behalve de ghee/roomboter en de rozijnen en krenten en evt. de overige vulling) in ongeveer 8 minuten een soepel deeg in een kom met de hand, een handmixer of keukenmachine met deeghaken.
Voeg dan klontje voor klontje de boter/ghee toe tot je een goed gemengd en licht plakkerig deeg hebt. Dek de kom met het deeg erin af met een vochtige theedoek en laat 15 minuten staan.
Meng dan de rozijnen en krenten (en eventuele andere vulling) door het deeg met de keukenmachine/de hand of met het volgende trucje: rol het deeg uit tot een rechthoek en verdeel de helft van de vulling erover. Vouw de linkerkant naar het midden en doe hetzelfde met de rechterkant. Rol de lap uit en strooi de rest van de vulling erover uit. Herhaal de stappen en vorm daarna een bal van het deeg. Smeer een kom licht in met olie en rol het deeg aan alle kanten rond in de kom. Laat ongeveer een uur rijzen.
BIJ WEL SPIJS: Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een dikke ronde plak (5-6 cm dik). Leg de rol spijs ertussen en klap de plak dubbel, zodat de bovenste helft iets kleiner is dan de onderste. Als de randen niet goed willen plakken, bestrijk ze dan met wat water en druk ze goed dicht.
BIJ GEEN SPIJS: Rol het brood in een mooie ovale vorm op. Probeer zo min mogelijk vulling door het deeg heen te laten komen, want die zal verbranden in de oven.
Leg het brood op een bakplaat die is bekleed met bakpapier en dek weer af met een vochtige theedoek. Laat het brood 45-60 minuten rijzen op kamertemperatuur.
Verwarm tijdens de laatste 20 minuten van de tweede rijs, de oven voor op 180 graden.
Bestrijk het brood met wat gesmolten boter en plaats het 35-40 minuten in het midden van de oven.
Haal het kerstbrood uit de oven en bestrijk wederom met gesmolten boter.
Laat goed afkoelen en snij er mooie plakken van.