Snij de onder- en bovenkant van de bakbananen af en maak een inkeping in de lengte zodat je de schil makkelijk kan verwijderen.
Rasp de bananen in een kom, voeg zout en knoflookpoeder toe en meng goed.
Verwarm een laagje olie in een koekenpan (ik gebruikte net genoeg om 1 kant van de bananenchips te bakken, maar niet zoveel dat ze echt dreven in de olie) op middelhoog vuur. Check of de olie heet genoeg is door een snippertje banaan te bakken. Als dit snel bruin wordt, is je olie te heet! Begint het lekker te sissen, dan is de olie goed op temperatuur, gebeurt er (vrijwel) niets, dan is de olie niet heet genoeg.
Schep met een lepel een hoopje ter grootte van 1 à 2 eetlepels in je hand en pers dat samen tot een soort hamburgertje.
Laat het hoopje in de olie in de koekenpan vallen en herhaal tot de koekenpan gevuld is (ze moeten nog genoeg ruimte hebben om niet aan elkaar te kleven).
Draai de hoopjes om als de onderkant goudbruin is en haal uit de koekenpan als beide kanten dat zijn.
Laat de bananenchips uitlekken op een bord met wat keukenpapier.
Laat even afkoelen en bestrooi eventueel nog met wat extra zout. Eet de bananenchips van geraspte groene bakbanaan dan meteen op, dan zijn ze het lekkerst.