Veeg voorzichtig zoveel mogelijk zout van de bakkeljauwfilets af.
Week de bakkeljauwfilets minstens 8 uur in water dat je meermaals ververst (zeker 2 keer).
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Schil de verse cassave met een aardappelschilmesje of dunschiller. Snij de cassave eerst in stukken en daarna in patatreepjes.
Doe de cassave frietjes in een pan met ruim water en kook ze in 10-15 minuten tot ze zacht zijn, maar nog niet uit elkaar vallen.
Laat ze uitlekken in een vergiet (dep eventueel voorzichtig met wat keukenpapier).
Doe de cassave samen met 2 eetlepels olijfolie, zout, peper en knoflookpoeder naar smaak in een kom/schaal. Schud voorzichtig zodat alles gemengd is.
Leg de frietjes naast elkaar neer in een ovenschaal of op bakpapier met genoeg ruimte ertussen.
Sprenkel nog een halve theelepel olie over de frietjes heen en plaats de schaal voor 15 minuten in de voorverwarmde oven.
Keer de frietjes voorzichtig om en laat ze nog eens 15 minuten bakken tot ze een lekker goudbruine kleur hebben en knapperig zijn.
Als je je frietjes in de oven hebt gestopt, ga je de bakkeljauw frituren.
Verwarm de olie in een diepe pan of friteuse tot 180 graden. Test of de olie heet genoeg is door er een stukje brood of beslag in te laten vallen. Als dat mooi goudbruin wordt en meteen naar boven komt drijven, is je olie op temperatuur. Als het niet meteen gaat sissen, nog niet, als het meteen donkerbruin wordt, is je olie te heet.
Dep alle bakkeljauwfilets goed droog met wat keukenrol.
Maak het beslag door bloem, cayennepeper, knoflookpoeder en zout te zeven boven een kom. Voeg dan het bier toe en meng tot je een mooi glad beslag hebt.
Strooi de overige bloem op een bord en wentel elk stuk filet daarin tot het helemaal bedenkt is met bloem.
Dompel het dan voorzichtig onder in het beslag en laat het in de olie glijden. Niet te veel tegelijk, omdat dat de temperatuur van de olie teveel daalt.
Laat de gefrituurde vis uitlekken op een bord bedekt met wat keukenpapier.