Ontzout de bakkeljauw door deze een half uurtje in een pan met heet water te leggen. Giet het water na 30 minuten af en proef aan de vis hoe zout hij is. Vind je hem nog te zout, dan kun je ervoor kiezen om hem nogmaals 30 minuten in heet gekookt water te leggen.
Trek, als de bakkeljauw ‘zoutloos’ genoeg is, met je vingers de vis in kleine stukjes. Zoek goed naar graten!
Snijd de tomaat, ui en knoflook fijn.
Verhit twee eetlepels olie in een koekenpan en bak de uien tot ze glazig zijn.
Doe nu de fijngesneden tomaat en knoflook erbij.
Doe ook de gepluisde bakkeljauw erbij met de tomatenpuree.
Breng op smaak met peper en eventueel zout en zelfgemaakt Maggiblok.
Als het goed is zie je dat de bakkeljauw nu een beetje een zacht prutje is geworden. Schep het uit de pan in een schaaltje of op een bord. Maak de pan schoon en verhit 4 eetlepels olie.
Bak het ‘prutje’ nogmaals in de hete olie zodat het knapperig wordt. Als de vis bruin kleurt, is ‘ie klaar.
Optioneel kun je nu twee takjes verse selderij fijn snijden en erdoor heen doen. Dit vind ik persoonlijk het geheel net iets meer smaak geven. Mijn moeder maakt het zonder selderij.
Warm de broodjes vijf minuutjes even op in de oven op 175 graden. Snijd daarna het broodje open en smeer er een beetje roomboter op. Vul het nu met de bakkeljauw en naar smaak met peper (sambal) en zuur.