Hou een handje pinda’s apart (ongeveer 20-25 stuks). Maal de pinda’s fijn in een keukenmachine of hakmolen tot je kleine korrels hebt. LET OP: de scheidslijn tussen pindameel en pindakaas is heel dun, dus maal niet te lang en schraap de randen steeds los!
Klop het ei/de aquafaba met suiker luchtig. Dit duurt minstens een minuut of vijf en je weet dat je goed hebt geklopt als het mengsel lichter van kleur is.
Meng het pindameel er met een spatel doorheen.
Vorm met twee lepels hoopjes op bakplaat met genoeg ruimte ertussen (ze lopen een beetje uit).
Druk ze een beetje plat (met de licht vochtige achterkant van een lepel) en plaats op elk koekje een halve pinda.
Bak de koekjes in 20-25 minuten bruin op 150 graden. De precieze tijd is afhankelijk van of je het lekker vindt als de koekjes nog een beetje zacht zijn (20 min) of juist bros (25 min). Ze worden na het afkoelen sowieso nog wat harder.
Laat ze afkoelen op een rooster en bewaar in een luchtdichte trommel of zak. Zo blijven ze een week of twee goed.