Schil de verse cassave met een aardappelschilmesje of dunschiller. Snij in kleinere stukken en verwijder de harde nerf in het midden. Kook de stukken cassave in ruim water gaar in 10-15 minuten tot je er met een vork goed doorheen kan prikken. Laat de cassave volledig afkoelen (liefst in de koelkast).

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Meng de afgekoelde cassave met de boter en eidooiers en pureer (met een staafmixer of hakmolen) tot een gladde massa. Als je nog stukjes cassave tegenkomt, pureer die dan ook, of haal ze eruit, want anders verstoppen ze de spuitzak.

Breng een van de spuitmondjes waarmee je toefjes kan maken aan op de spuitzak en vul die met de puree. Spuit er toefjes van op een met bakpapier beklede bakplaat. Afhankelijk van hoe groot je ze maakt, zijn dat er 25-40.

Plaats de cassave toefjes in de oven voor 30 minuten of tot ze mooi goudbruin zijn.

Extra info