Schil de verse cassave met een aardappelschilmesje of dunschiller. Snij in kleinere stukken en verwijder de harde nerf in het midden. Kook de stukken cassave in ruim water gaar in 10-15 minuten tot je er met een vork goed doorheen kan prikken. Laat de cassave volledig afkoelen (liefst in de koelkast).

Verwarm de oven voor op 200 graden en haal de ossenhaas uit de koelkast om op temperatuur te komen.

Meng de afgekoelde cassave met de boter en eidooiers en pureer (met een staafmixer of hakmolen) tot een gladde massa. Als je nog stukjes cassave tegenkomt, pureer die dan ook, of haal ze eruit, want anders verstoppen ze de spuitzak.

Breng een van de spuitmondjes waarmee je toefjes kan maken aan op de spuitzak en vul die met de puree. Spuit er toefjes van op een met bakpapier beklede bakplaat. Afhankelijk van hoe groot je ze maakt, zijn dat er 25-40.

Plaats de cassave toefjes in de oven voor 30 minuten of tot ze mooi goudbruin zijn.

Bereid ondertussen de rest van je gerecht. Was de kousenband en snij de topjes en onderkantjes eraf. Snij daarna elke sliert in drieën en kook of stoom de kousenband in een pan in een laagje water ongeveer 8 minuten met het deksel erop.

Spoel de sliertjes af met koud water en omwikkel steeds 10 sliertjes kousenband met een stukje spek. Leg elk pakketje op een bakplaat of in een ovenschaal naast elkaar en bak een minuut of 8 in de oven. Keer elk rolletje na 4 minuten om.

Dep het vlees droog met keukenpapier. Verhit een beetje olijfolie of boter in een koekenpan en bak de ossenhaas op hoog vuur aan beide kanten goudbruin. Verlaag dan de temperatuur en bak tot de gewenste gaarheid: voor medium is dat nog 2-3 minuten per kant, voor well done 4-6 minuten per kant.

Keer het vlees regelmatig en haal het als het gaar is uit de pan en laat het een paar minuten rusten onder aluminiumfolie.

Serveer de ossenhaas met de cassave, kousenbandpakketjes en de hoisinjus.