Schenk het water in een (koeken)pan en voeg de suiker toe.
Verwarm tot de suiker helemaal is opgelost (blijf roeren) en voeg dan de kokosrasp toe. Roer goed door totdat alle kokosrasp het suikerwater heeft opgenomen.
Test of het water is opgenomen door met een vork op de kokosrasp te drukken. Als er nog vocht uitkomt, is de kokos nog te nat en niet geschikt om de flensjes mee te vullen.
Laat de kokosvulling afkoelen en maak ondertussen het beslag.
Meng de kokosmelk met het bietensap. Ik moest de kokosmelk even opwarmen omdat er een laag room bovenop zat die was gescheiden van het vocht. Dat betekent niet dat er ets mis mee is, maar je moet het wel weer even goed mengen.
Begin met 3 eetlepels bietensap en voeg als je de kleur niet roze genoeg vindt, nog 1 of 2 eetlepels toe. LET OP: door het bakken zien ze er uiteindelijk minder roze uit!
Kluts de eieren goed en meng met de gekleurde kokosmelk.
Zeef daarna de bloem boven het ei-kokosmelkmengsel en voeg het zout toe. Roer goed door tot je een mooi egaal beslag hebt.
Verwarm een koekenpan en dep een papiertje in de gesmolten boter/kokosolie. Smeer daarmee de pan in.
Verspreid een laag beslag over de koekenpan en draai meteen goed rond. Draai om als de ene kant gaar is en bak ook de andere kant gaar. Herhaal dit tot je alle flensjes hebt gebakken.
Leg een flensje op een bord en schep er een laag kokosvulling op.
Vouw/rol het flensje als een loempia en herhaal tot de vulling op is.